Internetconsultatie: Btw-herziening op diensten aan onroerende zaken Publicatiedatum: 20-03-2024

Het ministerie van Financiën is onlangs een internetconsultatie gestart omtrent het concept wetsvoorstel om een herzieningsregeling te introduceren op diensten aan onroerende zaken. In deze alert informeren wij u graag over de voorgestelde wetgeving.

Inhoud wetsvoorstel
Voorgesteld wordt om per 1 januari 2026 een herzieningstermijn van kortweg vijf jaren te introduceren voor de btw-aftrek op diensten aan onroerende zaken – zoals verbouwingsdiensten en onderhoudsdiensten - boven de € 30.000. Als gevolg van dit wetsvoorstel moet binnen de herzieningstermijn ieder jaar worden getoetst of op enig moment de initiële btw-aftrek (met betrekking tot deze ‘investeringsdiensten’) moet worden gecorrigeerd. Indien het onroerend goed waarvoor dergelijke diensten zijn verricht in het jaar van ingebruikname voor btw-belaste prestaties wordt gebruikt, maar vanaf het tweede tot en met het vijfde jaar voor btw-vrijgestelde prestaties, moet 4/5e van de in aftrek gebrachte btw op de diensten worden gecorrigeerd. In die situatie moet ieder jaar 20% van de in aftrek gebrachte btw worden herzien.

Tot op heden geldt voor dergelijke diensten nog geen herzieningsregeling. Deze maatregel wordt geïntroduceerd om de btw-besparing in het kader van de zogenoemde ‘short stay structuur’ te bestrijden. Deze structuur houdt in dat een ondernemer vastgoed na verbouwing voor een korte periode btw-belast gaat gebruiken (zoals via zogenoemd short stay verblijf), zodat op dat moment recht op aftrek van btw op de verbouwingskosten bestaat. Op het moment dat de ondernemer hetzelfde onroerend goed vervolgens het volgende jaar btw-vrijgesteld verhuurt (bv. langdurige verhuur van woningen), blijft de initiële btw-aftrek op de investeringsdiensten onder de huidige wetgeving in stand. Met de invoering van een herzieningsregeling op diensten aan onroerende zaken is de btw-aftrek niet meer slechts afhankelijk van de btw-positie van de ondernemer in het jaar van ingebruikname van die diensten, maar wordt in de eerste vier jaren na het jaar van ingebruikname van de diensten getoetst of dit recht op aftrek van btw nog steeds in dezelfde mate bestaat als op het moment van eerste ingebruikname. Is dat niet het geval, dan dient de ondernemer op dat moment (een deel van) de reeds in aftrek gebrachte btw te corrigeren. Overigens kan dit ook tot de situatie leiden dat op een later moment (alsnog) recht ontstaat op (additionele) aftrek van voorbelasting op dit soort diensten, terwijl daar initieel nog geen sprake van was. Het voorstel kan in voorkomende gevallen dus ook gunstig uitpakken.

Het voornemen bestaat om het wetsvoorstel met ingang van 1 januari 2026 in werking te laten treden. Dit betekent dat voor diensten aan onroerende zaken voor meer dan € 30.000 die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen, er een herzieningsregeling geldt voor de in aftrek gebrachte btw ten aanzien van deze diensten. Voor diensten die vóór 1 januari 2026 in gebruik worden genomen, geldt deze herzieningsregeling niet.

Tot slot
Indien u voornemens bent om diensten te laten verrichten aan onroerende zaken, kan het bovenstaande wetsvoorstel een grote impact hebben. In veel gevallen zullen er meerdere herzieningstermijnen op vastgoed van toepassing gaan zijn (voor het pand zelf, alsmede voor de genoemde ‘investeringsdiensten’). Dit betekent dus een additionele administratieve last. Daarnaast kan sprake zijn van materiële btw-correcties. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen ten aanzien van dit concept wetsvoorstel.

Heeft vragen u over dit onderwerp, neemt u dan gerust contact op met het btw-team van Govers Accountants/Adviseurs via btw@govers.nl of telefoon: 040-2 504 504.



Deel dit bericht:

We werken graag aan uw ondernemersdromen. Wat zijn uw ambities?

Elke succesvolle klantrelatie begint met een persoonlijke kennismaking. Een gesprek over uw ambitie en hoe wij u daarbij kunnen helpen. Laat hieronder uw gegevens achter en we nemen snel contact met u op.